Contact

Terugblik weidevogels 2024


Weidevogelseizoen 2024: het kan altijd nóg natter…

Het is alweer december als ik dit jaarverslag over de weidevogelbescherming in 2024 schrijf. Het seizoen is natuurlijk al even afgesloten, maar het duurt toch langer dan je denkt.
De meeste weidevogelaars beginnen eind februari/begin maart met het veldwerk en zetten de mandjes en stokken eind mei weer in de schuur. Enkelen volgen daarna nog met name grutto- en wulpennesten en jongen op percelen waar boeren verlaat maaien. De liefhebbers zoeken nog een tijdje naar vliegvlugge jongen van alle soorten. En begin juli zijn er door de specialisten van Brabants Landschap nog 'gezins'tellingen in de speciale gebieden die in het seizoen onder water worden gezet.  Tellen we er dan nog wat vakantie bij, dan is het uiteindelijk september voordat alle gegevens ingevoerd zijn in het landelijke registratiesysteem waar ook wij op aangesloten zijn. Zo komt het dus, dat het totaalplaatje toch nog net niet beschikbaar was toen het vorige Altenatuurtje ter perse ging. Niet getreurd, want zo is het jaarverslag een mooie opwarmer voor het nieuwe seizoen 2025. En als dit in drukvorm verschijnt lopen de weidevogelaars alweer rond in de hoop de eerste geluiden van het voorjaar op te vangen.



Vonden we het seizoen 2023 al erg nat, dit jaar sloeg denk ik alle records. Het regende, regende en regende. Het najaar 2023 was al zo nat, dat op verschillende percelen de oogst van 2023 niet eens binnengehaald was. En dit voorjaar stonden we dus naar ondergelopen akkers te kijken, waar de aardappels van vorig jaar nog in zaten en die veel weg hadden van onze geliefde plas-dras gebieden. Onbegaanbaar voor landbouwmachines en op veel plaatsen ook voor fanatieke weidevogelaars. Gelukkig houden weidevogels wel van een plas water op een akker of weiland en Paul Raams vond het eerste kievitsei dan ook gewoon op 14 maart, een paar dagen later dan voorgaande jaren. Op 8 april werden de eerste kievitsjongen gespot en daarmee was het seizoen toch echt wel van start. Ondertussen waren alle vrijwilligers druk bezig om nesten te spotten. Hierbij ontstonden wel dilemma's. We laten vogels natuurlijk zoveel mogelijk met rust. Als er geen bewerkingen verwacht worden op een akker, dan doen we liever niets. Iedere verstoring is er immers één. We hebben in de beginperiode dan ook niet alle nesten geregistreerd. Maar ja, met dat natte weer weet je ook, dat als het even beter weer wordt álle boeren tegelijkertijd aan het werk gaan en dan ben je te laat, dan krijg je het niet meer voor elkaar. Hier en daar dus toch maar laarzen aan en de percelen op. Nou wil zo'n laars zich wel eens vastzuigen in die natte vette klei en dan valt het niet mee om je evenwicht te bewaren. Enfin, ik ben zeker niet de enige geweest die dit jaar languit in de modder eindigde. Alles voor de weidevogels!

     

Begin april werd het een paar weken erg koud en dat had een belangrijk effect op de kuikenoverleving. Jonge kuikens moeten zelf hun voedsel bij elkaar scharrelen en dat is lastig als het koud is. Insecten vliegen namelijk niet meer bij lage temperaturen en de kuikens moeten erg vaak terug onder moeders vleugels om op te warmen. Minder eten beschikbaar en minder tijd om te eten: geen goede combinatie. Dit effect lijkt zich niet over heel Altena in gelijke mate te hebben voorgedaan, maar het heeft het kuikenresultaat zeker negatief beïnvloed. 
Uiteindelijk vonden we wat minder nesten dan voorgaande jaren, zelfs de weidevogels vonden het wat erg nat. In het belangrijke wulpengebied in de uiterwaarden bij Genderen bijvoorbeeld zochten de wulpen zelfs hoger op de dijkhelling een broedplaats. De tureluur daarentegen lijkt goed te gedijen bij deze omstandigheden en ook de scholekster heeft zich er niet veel van aangetrokken. En niet alle kievitsnesten hebben we geregistreerd, omdat de boeren hun land niet op konden, dus de cijfers zijn wat vertekend.

Belangrijker dan de aantallen gevonden nesten is natuurlijk toch hoeveel kuikens er uiteindelijk groot worden. Dat is niet te tellen, dus daar moeten wij op ons ervarings-gevoel afgaan. We weten dat dit percentage in heel Nederland structureel te laag ligt en ik geloof niet dat Altena hierop een uitzondering vormt. Met de kou in april hebben de jongen het ook dit jaar weer erg moeilijk gehad, terwijl de biotoop toch al vaak te wensen overlaat. Gelukkig hebben we met al de inspanningen van vrijwilligers en boeren toch weer een aanzienlijk aantal nesten en daarmee jongen weten te sparen.
 


Als je met meer dan honderd vrijwilligers drie maanden in het veld bent kom je nogal eens iets bijzonders tegen. Mensen die hun honden los laten lopen dwars over de akkers. De eigenaar van die grond zal daar vast ook wel wat van vinden, maar onze kieviten worden in ieder geval panisch. We proberen vriendelijk met deze hondenbezitters in gesprek te gaan en we hebben daar de publiciteit voor opgezocht en aandacht gevraagd voor loslopende honden en 's nachts jagende katten. Twee gastjes op een quad die tussen de nesten door aan het crossen waren vormden wel een dieptepunt.

Leuk was het om met de gemeente op een ludieke manier aandacht te vragen voor het weidevogelseizoen door een bord te plaatsen aan de Oude Weidesteeg waar regelmatig kuikens verkeersslachtoffer worden. Het bord was snel meegenomen (tot twee keer toe), maar ook weer teruggeplaatst door de gemeente. Fijne samenwerking!
Nu de leukste bijzondere waarnemingen waarbij je denkt 'dit kan toch niet?' Er werd dit jaar een gecombineerd nest gevonden: een scholekster legde drie eieren bij een al compleet nest van vier eieren van een kievit. En een scholekster maakt echt geen enorm werk van zijn nest, dus waarom? Ook vonden we een nest met zes kievitseieren, dat zijn er minstens twee te veel. Waarschijnlijk twee verschillende vrouwtjes die hetzelfde nest hebben gebruikt. Vinden we ook niet elk jaar.
Ten slotte nog een persoonlijke noot. Ook dit jaar was er weer veel landelijk nieuws over de weidevogels. Het gaat niet goed met de weidevogels en met name onze nationale vogel, de grutto, trekt daarbij de aandacht. Dit heeft alles te maken met de veranderde biotoop. In het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG) werken veel partijen op provinciaal niveau al enkele jaren samen aan doelstellingen op het gebied van natuur, water en klimaat en een duurzaam perspectief voor agrarisch ondernemers. De 20 miljard die nog beschikbaar was in een transitiefonds voor deze aanpak is helaas geschrapt dit jaar door onze nieuwe regering. Tot op heden is daar geen plan voor teruggekomen, maar is wel 500 miljoen uit die pot verschoven naar boeren om natuurmaatregelen te nemen. Hier gaan we vast wel wat van terug zien in Altena, maar hoe jammer is het dat een integrale en structurele aanpak voor natuurherstel en daarmee biotoopverbetering weer verder weg is geraakt. Dieptepunt is het voorstel van de huidige staatssecretaris om grutto-eieren uit te gaan broeden om zo de gruttostand te gaan helpen. Als dit het antwoord is van onze regering op een tik op de vingers vanuit Europa, omdat wij onvoldoende doen voor de weidevogelstand dan zie ik het somber in. Ondertussen blijven de weidevogelaars op hun post en zetten ze alles op alles om die prachtige weidevogels in Altena te beschermen. Gelukkig is het een feestje om dit vrijwilligerswerk te doen!

Marga Oerlemans