Contact

Terugblik weidevogels 2023


Weidevogelseizoen 2023, een mooi jaar

Als u dit leest zijn de eerste weidevogelaars alweer op pad om de voorbereidingen voor het weidevogelseizoen 2024 te treffen. De boeren waar we mee samenwerken worden bezocht, er is een startavond en de fanatiekelingen onder ons beginnen eind februari al met hun eerste rondjes observeren. Het eerste nestje laat meestal op zich wachten tot half maart, maar ook voor die tijd is er al veel te observeren in het veld. Een mooi moment om op de valreep nog even terug te blikken op seizoen 2023.

Zoals alle jaren begonnen we het weidevogelseizoen in Altena in februari met de traditionele startavond in Fort Giessen. Alle vrijwilligers worden dan weer even bijgepraat en het is gezellig om elkaar weer te ontmoeten. Materialen worden uitgedeeld, met nieuwe vrijwilligers wordt kennisgemaakt.


We hadden weer eens een oproepje in de lokale krant geplaatst en het bleek wederom niet moeilijk om nieuwe mensen te vinden die dit vrijwilligerswerk willen doen, we hadden zo weer tien nieuwe enthousiastelingen. De jongsten zijn nog maar twaalf -enthousiast geworden door de weidevogellessen van Henk en Len- en de oudsten zijn al ruim met pensioen. We konden hierdoor verschillende groepen versterken en verjongen. Het is aantrekkelijk werk om met een groepje gelijkgestemden een paar maanden in het jaar er lekker buiten op uit te trekken.

Begin maart gingen we het veld in om te kijken waar de eerste kieviten met hun kenmerkende gebuitel aangaven dat ze zouden gaan nestelen. Het was nat en koud. De kieviten lieten zich er niet door afschrikken, het eerste nestje werd gevonden in Genderen op 21 maart door Lieke Sels (op foto met opa Smits). Enkele dagen later dan voorgaande jaren, maar het was dan ook al een compleet nestje. Net zoals vorig jaar werd ook het eerste scholeksternest van Brabant in Altena gevonden. Dit jaar door de groep van Ton Prinsen op een perceel in Dussen op 5 april.
Collega-weidevogelaars vertellen me altijd dat ieder jaar weer bijzonder is. "Marga, ik loop al 25 jaar mee en geen jaar is hetzelfde." Nu heb ik net mijn vierde jaar in het veld achter de rug, dus ik geloof direct dat er nog veel nieuws te beleven valt, maar dit jaar leek toch wel héél speciaal. De akkers waren en bleven in 2023 lang nat, nat, nat. Heel maart en heel april. En ook in mei duurde het nog een hele tijd voordat de grond droog werd en de percelen begaanbaar. Boeren wilden graag aan de slag, maar de tractoren zakten tot aan de assen in de percelen, dus er gebeurde niet veel in deze maanden. Omdat we vreesden dat op enig moment alle boeren tegelijk aan het werk zouden gaan, hebben we toch veel nestjes in mandjes gelegd, je moet wel een beetje vooruitwerken, ook al verstoren we liefst zo min mogelijk. Mochten de boeren allemaal tegelijk aan de slag gaan, dan waren we er klaar voor. Op 11 april werden de eerste kievitsjongen al gezien en eind april begonnen de legsels van de kievit massaal uit te komen. En nog steeds konden de meeste boeren niet op het land.



Uiteindelijk hebben we op diverse percelen vliegvlugge kieviten en scholeksters gezien voordat er ook maar één tractor het perceel op was geweest. De natte omstandigheden zorgen voor een groot en goed bereikbaar voedselaanbod. Door het uitblijven van werkzaamheden blijft onkruid op de percelen staan en ook dat is goed voor een groter voedselaanbod, maar ook voor beschutting. En natuurlijk is er ook minder verstoring bij minder werkzaamheden. Alles bij elkaar bleken de omstandigheden voor opgroeiende pullen prachtig te zijn. Wat heb ik dit jaar genoten van de pullen die ik gedurende een week of zes groter zag worden. Van dons naar een verenkleed, en (bijna) vliegvlug toen de akkers bewerkt werden.
Natuurlijk ging het ook dit jaar niet altijd goed en gingen er nesten verloren door landbouwactiviteiten en door predatie. Boeren en vrijwilligers hebben -vaak in overleg- mandjes opzijgelegd bij het sleepslangen, zaaien, aardappels poten enzovoort en zo zijn er gezamenlijk weer de nodige nestjes gespaard. Ook zijn er weer overeenkomsten voor verlaat maaien afgesloten bij het vinden van grutto-en wulpennesten.

De cijfers
We gingen dit jaar met zo'n 110 vrijwilligers verdeeld over 9 loopgroepen op pad. We hebben het bestand van boeren die meedoen dit seizoen opgeschoond waardoor er sprake lijkt te zijn van een kleine afname van deelnemende boeren, maar dit betreft alleen een administratieve afname. Nog steeds kunnen we op vrijwel alle percelen terecht en we tellen nu ruim 130 deelnemende boeren.

We vonden dit jaar net geen recordaantal legsels, het waren er 729. Vorig jaar telden we er 649, 2021 was het topjaar met 733 nesten, net iets meer. Deze hoge aantallen worden vooral bereikt door een groot aantal kievitsnesten, dit jaar 498. In eerdere jaren vonden we er wel zo'n 10% meer. Hier zien we het effect dat er veel pullen groot werden, waardoor er minder tweede legsels zijn geweest. Minder nesten is in dit geval dus goed nieuws! De scholekster deed het goed met 63 nesten, de tureluur zit nog steeds in een opgaande lijn, de grutto bleef aardig stabiel en de wulp lijkt zich iets te hebben hersteld na de flinke teruggang vorig jaar. Heel opvallend was dit jaar het aantal nesten van kluten dat werd gevonden op de plas-dras gebieden. Het waren er maar liefst 21 en dat terwijl we nog nooit eerder in een jaar aan de tien nesten waren gekomen. Eigenlijk vinden we deze ook niet echt, ze worden geregistreerd bij aparte alarmtellingen. In de plas-dras gebieden hebben ze geen extra bescherming nodig.


Grafiek: Marga Oerlemans

Al met al lijkt het een heel goed jaar te zijn geweest voor de weidevogels. Zelf heb ik in deze vier jaar in ieder geval nog nooit zoveel vliegvlugge kieviten en scholeksters gezien. Het voorjaar komt eraan en ik ben er weer helemaal klaar voor. Ben benieuwd of we de grote aantallen vliegvlugge kieviten van 2023 in 2024 terug gaan zien in de cijfers!

Marga Oerlemans